Paardendoosje
Een gezond paard staat op een gezonde weide. Smakelijk gras evenwichtig samengesteld uit mineralen, vitaminen, vezels en een beetje eiwitten is alles wat je paard nodig heeft, voedingssupplementen zijn in normale omstandigheden overbodig. Bovendien merken we dat veel paardenhouders graag hun weide goed willen beheren, maar de juiste informatie moeilijk kunnen vinden. Met het paardendoosje analyseren we eerst de bodem, zodat we aangepast advies kunnen geven.
Wat bevat jouw doosje?
- Een staalnamezakje
- Een enveloppe om je staal gratis te verzenden (enkel in België van toepassing)
- Een paardenboekje
- Hoe een staal nemen?
- Het belang van een goede bodemvruchtbaarheid
- Veel voorkomende problemen in de paardenweide
- Bodemverontreiniging
- Een gids weidebeheer
- Bemesting en bodem
- Mestverwerking
- Grassen en kruiden op de paardenweide
- Grazen en hooien
- Graslandfases
- De invloed van ontworming op mest en milieu
Wat onderzoeken we?
Het bodemonderzoek omvat de bepaling van de zuurtegraad, de grondsoort, het humusgehalte en de aanwezigheid van de voedingselementen fosfor, kalium, magnesium, calcium en natrium. Indien gewenst, bepalen we bijkomend zwavel en spoorelementen als koper en kobalt, die essentieel zijn voor de gezondheid van het paard. Ook zware metalen kunnen bijkomend geanalyseerd worden.
Wat kan je doen met je verslag?
Na ongeveer twee weken is het onderzoeksverslag klaar. Daarin staat naast het resultaat van jouw paardenweide ook het streefgetal vermeld. Op die manier ontdek je in één oogopslag voor welke voedingsstoffen er een tekort is en voor welke er een reserve in de bodem aanwezig is. We bieden bekalkings- en bemestingsadvies voor begrazen, maaien en de aanleg van een weide.
Dat bemestingsadvies kan je omrekenen in praktijkbemesting met de BDBrekenmee.
Uitleenadressen staalnameboren
Een representatief bodemstaal kan je ook met een eenvoudig tuinschopje nemen, maar desgewenst kunt u een speciale grondboor uitlenen.
Meer BDB Doosjes
Teelaarde SB250
pF-curve of bodemvochtretentiekarakteristiek
De hoeveelheid bodemvocht die beschikbaar is voor een plant wordt bepaald door drie bodemkarakteristieken: de doorwortelbaarheid, de mogelijke capillaire nalevering uit de ondergrond, en in het bijzonder de bodemvochtretentiekarakteristiek. De vochtretentiecurve, of ook pF-curve, duidt het verband aan tussen het bodemvochtgehalte en de zuigspanning (of ook bodemwaterpotentiaal) van de bodem.