Ga verder naar de inhoud

Landbouwers – Koolstofbouwers

Context

De bodem speelt een belangrijke rol bij het zoeken naar oplossingen voor het klimaatprobleem. Deze bevat wereldwijd dubbel zoveel koolstof als de atmosfeer, en vooral gronden in landbouwgebruik kunnen middels goed bodembeheer beduidend meer koolstof opslaan dan momenteel het geval is. Door CO2 vast te leggen in de vorm van bodemorganische stof (OS), dragen boeren bij aan de oplossing van het klimaatprobleem. Bovendien biedt een verhoging van het gehalte aan organische stof een betere bodemkwaliteit en dus opbrengst. Een bodem rijk aan organische stof kan meer water langer vasthouden, waardoor deze weerbaarder is tegen droogte en hevige regenval.

Doel

Bij een verhoging van de stabiele organische koolstof met 0,5% op één hectare grond wordt 57 ton CO2 vastgelegd. Een verhoging van 0,5% is haalbaar om binnen een termijn van 10 jaar te bereiken. Stel dat dit bij 25 landbouwers dit bereiken, wordt 7.100 ton CO2 vastgelegd, of ca. 3.550 ton gedurende de projectperiode. De keuze van de maatregelen gebeurt in samenspraak en op maat van het bedrijf. De nadruk ligt hierbij ook op de meerwaarde van de maatregelen voor de landbouwer, zowel op korte als op lange termijn. Enkele eenvoudige maatregelen zoals een verbeterde rotatie kunnen in sommige gevallen meer opbrengen voor de boer, zelfs los van subsidies. Op lange termijn draagt de betere bodemkwaliteit bij tot een meeropbrengst in zijn gewassen.

Aanpak

Dit project bestaat uit twee luiken:

  • Luik 1: koolstofopslag als mitigerende maatregel door landbouwbedrijven,
Bij minimum 25 akkerbouwbedrijven of grondgebonden veeteeltbedrijven worden maatregelen genomen om op een duurzame wijze substantieel meer koolstof vast te leggen in de bodem. We streven naar twee tot drie bedrijven per gemeente en dit op minimaal 5 ha per bedrijf. Deze piloot- of modelboerderijen, ook 'Koolstofbouwers', worden als voorbeeld gezien voor een ruimere toepassing in de bredere regio op langere termijn.
  • Luik 2: klimaatadaptieve maatregelen op bedrijfs- en omgevingsniveau in samenwerking met lokale besturen.

Diverse erosiebestrijdende maatregelen hebben een klimaatadaptieve functie zoals grasbufferstroken, verminderde bodembewerking, en strategische aanplant van struiken en bomen (‘KLE’). Deze maatregelen hebben, direct of indirect, ook een duurzaam effect op C-opbouw in de bodem. Waar mogelijk worden ze daarom in dit project gecombineerd.

Luik 1: Koolstofopslag als mitigerende maatregel door landbouwbedrijven

Bij de 'Koolstofbouwers' wordt op bedrijfsniveau een koolstofboekhouding uitgewerkt waarbij niet alleen de koolstofopbouw in kaart wordt gebracht, maar ook andere broeikasgassen zoals lachgas (N2O) afkomstig van bodembeheer en bemesting. Op basis van de koolstofboekhouding wordt tevens een Koolstofplan opgemaakt in samenwerking met de landbouwer. Hij of zij kiest uit een pakket van maatregelen, zodat verzekerd wordt dat door het bedrijf als geheel de vooropgestelde koolstofdoelstelling effectief wordt gehaald. Per bedrijf worden twee percelen (min. 5 ha) nader opgevolgd: OS en gerelateerde parameters worden ‘voor en na’ gemeten. Met de bedrijven wordt een bindende overeenkomst voor vijf jaar gesloten.

De bedrijven kiezen uit een pakket maatregelen waarvan is aangetoond dat ze, mits enkele jaren consequent toegepast, de opbouw van stabiele OS-koolstof substantieel verhogen en verlies aan koolstof tegengaan (t.o.v. klassieke technieken). Bedoeling is dat ze na toepassing van min. 10 jaar, ongeveer 14.000 ton koolstof extra in de bodem vastleggen, berekend op basis van het BDB-programma “C-Slim” en de C-boekhouding, gevalideerd op min. 5 ha. Op basis van hun Koolstofplan worden ze daarbij nauw geadviseerd en begeleid. Het gaat daarbij onder meer om:

  • Aanpassing van gewasrotatie inclusief vanggewassen (onder meer monocultuur maïs doorbreken),
  • Inwerken van (meer) oogstresten,
  • Toevoegen van meststoffen of bodemverbeterende middelen met een hoge bijdrage aan OS aan de bodem, zoals compost, vaste dierlijke mest, biochar...
  • Optimaliseren van bedrijfseigen biomassareststromen in C-opbouw,
  • Aanplant van hagen/heggen, of toepassing van Agroforestry-maatregelen,
  • Toepassing van verbeterde grassoortenmix of koolstofopbouwend kruidenrijker mengsel.

Luik 2: Klimaatadaptieve maatregelen op bedrijfs- en omgevingsniveau in samenwerking met lokale besturen

De bedrijven en hun directe (openbare) omgeving worden in detail gescreend op de gevoeligheid voor erosie en bodemverdichting, welke bij calamiteiten de (voordelen van) C-opbouw in de bodem deels teniet doen: structuurverlies en direct grondverlies leidt tot koolstofverlies en verminderde opbrengsten. Landbouwers kunnen op vrijwillige basis maatregelen nemen om de bodem erosiebestendiger te maken onder meer via beheerovereenkomsten

  • Aanleggen grasbufferstroken, schouderstabilisering taluds… om bodemafspoeling tegen te gaan en waterinfiltratie te stimuleren

De bodemverbeterende en erosiebestrijdende maatregelen maken de regio klimaatbestendiger, wat op termijn besparend is voor de lokale besturen (water- en modderoverlast bestrijden) en op nog langere termijn ook voor de boeren zelf (behoud vruchtbare grond).

BDB RLZH Vlaanderen en ecowerf

Projectpartners: Regionaal Landschap Zuid-Hageland en de Bodemkundige Dienst van België in samenwerking met landbouwers en gemeenten Boutersem, Geetbets, Glabbeek, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw.

Financiering: Lokale klimaatprojecten Vlaamse regering

Projectperiode: 1 september 2019 tot 31 december 2023